Donderdag 28 september is de vernieuwde vaste opstelling van het Purmerends Museum aan de Kaasmarkt officieel geopend. Bezoekers krijgen op de bovenverdieping een gevarieerd beeld van de rijke geschiedenis van de gemeente Purmerend. Inclusief Beemster.

Scheidend voorzitter Rina van Rooij, ze draagt op 1 oktober de voorzittershamer over aan Jeroen Adolfs, sprak in de Nikolaaskerk over een museum van “grote allure passend bij de nieuwe gemeente”. Ze  riep de genodigden op om ambassadeur te worden en zo het werk uit te dragen.

De directeur Moncef Beekhof  nam het publiek in vogelvlucht mee naar de rijke historie van de Marktstad. Van de officieuze stichter van de Heerlijkheid Purmerend Willem Eggert  in 1410 tot de bruisende stad van nu. Het museum vertelt deze historie in spannende verhalen. “Daarin zijn drie grote lijnen te onderscheiden: diversiteit & pluriformiteit, excellentie en (gebrek aan) verdraagzaamheid”. Ter voorbereiding op zijn speech had Beekhof de zoektermen ‘anekdote over Purmerend’ ingevoerd in chat gpt. Als resultaat kwam de mededeling dat ‘de zwanen in het kanaal eenmaal per jaar onrustig worden’. “Er is dus nog een wereld te winnen”. Hij dankte met name conservator Saskia van den Berg en Kloosterboer Decor voor hun inzet om dit alles in de praktische uitvoering te realiseren.

De ‘eerste vrouwelijke burgemeester van de stad sedert zeshonderd jaar’, Ellen van Selm,  sprak allereerst lovende woorden over het muzikale intermezzo door zangeres Algo Ellensburg. “Ik zou ook wel zo op willen komen als een diva”. Kort na haar aantreden was een werkbezoek aan het museum een van haar eerste daden.   “Ik ben er trots op hoe de stad en de bewoners in beeld worden gebracht. Een terugblik in het verleden met een doorkijkje naar het heden en de toekomst. Een prachtige collectie”.

Als dank voor haar inzet ontving Rina van Rooij daarna uit handen van de burgemeester het ‘Purmerender Koetje’. Ze was er zichtbaar verguld mee.

De nieuwe voorzitter Jeroen Adolfs stapt in een gespreid bed. “Ik heb helemaal niets gedaan aan de expositie”. Hij roemde onder meer de zeventig vrijwilligers die met hun inzet de openstelling mogelijk maken. “Het is een waar kunstwerk. Mijn inzet is om het aantal bezoekers aan het museum te vergroten “. Na het officiële gedeelte in de Nicolaaskerk schreden de genodigden over de rode loper naar het museum waar in groepen uitleg gegeven werd over de vaste opstelling.