U bent hier
Home > Nieuws > Hoe de muze vrijdagavond in Middenbeemster zong

Hoe de muze vrijdagavond in Middenbeemster zong

Hoe de muze vrijdagavond in Middenbeemster zong van het leed van de Russen en hoe op Orfische wijze de Russische ziel uit de duisternis geleid werd.

Vrijdagavond 11 februari introduceerde Janet Smith-van der Veen de schrijver Michiel Krielaars. Hij was vergezeld door twee vrouwen en zo begon de eerste literaire avond van 2022. We zaten klaar op onze stoelen en keken naar het podium van Onder de Linden. Rechts stond de schrijver van middelbare leeftijd achter de katheder. Links van hem stond het diep glanzend zwarte mechaniek nog te zwijgen. Daarachter had de pianiste Irina Antonova plaatsgenomen. In het midden van het toneel zat de vrouw van de schrijver, Henriëtte Schenk, op een stoel de benen over elkaar gevouwen, te wachten.

Met welluidend stemgeluid stootte Krielaars zijn scherp geformuleerde gedachten de lucht in. Het waren soms donderflitsen Zeus waardig en dan weer vleiende klanken als de sirenen die Odysseus probeerden te verleiden zich van de touwen los te rukken. We luisterden geboeid hoe hij onder invloed van Kleio, de muze van de geschiedschrijving, over het leed van het Russische volk vertelde. Hoe Stalin evenals Hitler antisemiet was tot in zijn nieren en hoe hij zijn eigen volk verdrukt, gegijzeld, gemarteld en met miljoenen vermoord had. Met sadistisch genot en met een persoonlijk kanttekening bij elke dode die viel onder zijn bewind. Het was huiveringwekkend. Het drama werd op de wijze van een langzaam ontknopende tragedie verteld, maar met een lichte toets van welhaast een impressionistisch schilder die hier en daar wat toonkleuren aangeeft. Dat alles werd ondersteund door afwisseling van de vertelling door de zang van zijn in groen geklede vrouw die als een Penelopeia naar voren kwam en een kleed van muziek weefde. Dat trillende geluid van dit bloedkoralen kleed getuigde van doorleefd leed, maar werd afgewisseld met lichtzinnige vreugde van volkdeuntjes met als onderwerp bijvoorbeeld een vrome monnik die in het zicht van drie vrouwen jong en schoon als de gratiën zijn pij aan de wilgen hing… Of over waarzeggerij waar de kaarten geschud worden en de vraag in de lucht hangt: zullen we leven, sterven of liefhebben?

Waar wij deze avond getuige van waren, was het ontrollen van een Grieks drama met als inzet het leven en werk van wereldberoemde Russische grootheden als Prokofjev, Richter, Weinberg, Sjostakovitsj en nog vele andere geniale componisten en muzikanten, die evenwel een getormenteerd leven hadden geleden onder het omineuze Sovjet regiem, maar wel de onsterfelijkheid bereikten door hun talenten die ondanks de tirannie die hen omringde, als diamanten fonkelen in het muziekuniversum.

Dissonante muziek en een vrouw stelt een vraag
De schrijver liet via zijn moderne platte ellendeschermpje even een fragment horen waaruit een oordeel van dissonanten klonk die vanuit de hel leken te komen, maar het voorbeeld waren van een ode aan de communistische arbeiders die in de ijzergieterij omringd werden door harde klanken van staal op staal en gesis en hellevuur. Realistisch was het zeker. Het was door de heilsstaat goedgekeurde muziek, en tevens het sprekende voorbeeld van wat dat voor de burger betekende in de praktijk. Op het einde van de avond, zong Krielaars ter afsluiting samen met zijn vrouw het duet van het volksdeuntje genaamd het blauwe sjaaltje, dat is een soort Marlene Dietrich achtige song, zeer geliefd bij de soldaten dat door elke Russische ziel op de dag van de overwinning luidkeels wordt gezongen. Daarna was het tijd om vragen te stellen.

Een bekende vrouw in de Beemster stond op, ze getuigde dat ze vroeger met haar thans overleden man een concert van Richter had bezocht en hem had gesproken, en hoe ze zich nog herinnerde het beeld van een pianist alleen op het toneel in de spotlight, en het leek alsof de man niet voor vele honderden toehoorders speelde, maar alleen op zijn zolderkamer waar hij vele angstige uren vroeger doorbracht wachtend op die donderende klop op de deur, de dag dat ze ook hém zouden komen ophalen, zoals velen zijn weg gevoerd naar de kampen met een nekschot werden omgebracht of vele ontberingen leden aldaar. Wat een beter lot is, wist Socrates ook niet toen hij de aangereikte gifbeker leegdronk. Wat wel weten is dat wij zeer onder de indruk weer huiswaarts gingen, naklinkend in ons hoofd de liederen maar ook gedachten over de kronkelpaden van het grootste roofdier op aarde dat in het sprookje van De wolf van Prokofjev uiteindelijk aan zijn staart werd opgehangen, maar door Peter naar de dierentuin werd gebracht waar hij de rest van zijn jaren moest slijten in gevangenschap….

We kunnen terugzien op een zeer gevarieerde avond met zang, muziek en de kracht van het gesproken woord. Bij José Ferdinandus kon een ieder weer de boeken aanschaffen van de schrijver Michel Krielaars, historicus en

chef boeken van NRC-Handelsblad. Een volgende boeken bij Betje is gepland op woensdag 16 maart dan komt Hans Mulder, winnaar van de Jan Wolkers Prijs 2021. Reserveren: boekenbijbetje@gmail.com

Cor Wagenaar

Top