Historicus en schrijver John Besseling heeft het eerste exemplaar van zijn publicatie ‘Een stad in de frontlinie’ overhandigd aan wethouder Pascal Verkroost. Hierin verhaalt Besseling hoe Purmerend zich dankzij de roerige beginjaren van de 80 jarige oorlog ontwikkelt tot een belangrijk regionaal stadscentrum.

In tegenstelling tot andere historische gebeurtenissen in het derde kwart van de zestiende eeuw, is de slag om Purmerend eeuwenlang onderbelicht gebleven. Door een toevallige vondst van de memoires van Mathijsz Rol, burgemeester van Purmerend 1573-1576, in het Waterlands Archief kwam daar verandering in. Het stelde Besseling in staat om deze voor de ontwikkeling van de stad belangrijke gebeurtenis minutieus te ontrafelen. “De memoires stelden mij in staat om de geschiedenis niet vanuit de folklore maar op basis van historisch feitenmateriaal te boekstaven”.

Purmerend ligt in de beginjaren van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) in de frontlinie Geruchten dat de Spanjaarden vanuit Amsterdam het geuzenstadje zouden aanvallen doen de ronde en zorgen voor stevige paniek onder de bevolking en het stadsbestuur. Deze gecoördineerde aanval komt uiteindelijk ook in mei 1574. Vanuit twee kanten bedreigen Spaanse troepen de kwetsbare stad. Kwetsbaar omdat er nog geen vestigingswerken gerealiseerd waren. Uiteindelijk weet het stadsbestuur de aanval af te slaan. Zelfs over te gaan tot een bloedige tegenaanval.

Besseling: “Deze kloeke houding heeft er uiteindelijk toe geleid dat Purmerend als Grafelijke stad zitting kreeg in de Staten van Holland en zo kon uitgroeien tot een belangrijk politiek en juridisch middelpunt van de regio. Met onder meer bepalende invloed op de ontwikkelingen rond de droogmakerijen in de nabije omgeving. Het groeide uit tot een vestigingsstad.”.

In zijn slotwoord bedankte hij Atie Schenk van de Gemeente Purmerend voor haar intensieve betrokkenheid. Wethouder Verkroost noemde de publicatie “een bijzonder verhaal waar we gezamenlijk trots op kunnen zijn”.