U bent hier
Home > Nieuws > Virtuele wandeltocht met Cor en Lida Roet door Zuidoostbeemster

Virtuele wandeltocht met Cor en Lida Roet door Zuidoostbeemster

Het lijkt zo eenvoudig: je zet een plaatje op en houdt een praatje. Maar wie goed naar de dynamiek van een (historische) fotopresentatie kijkt, ziet dat er allerlei valkuilen op de loer liggen. Des te groter het compliment voor Cor en Lida Roet. Hun presentatie getuigt van jarenlange ervaring en de bereidheid om ook het publiek hun deel te gunnen. Juist die mix van ‘geven en nemen’ maakt deze avonden zo razend populair.

Donderdagavond 21 maart. Onder de Linden. De zaal zit al redelijk vóór tijd goed vol. Spanning bij de bezoekers die ‘op de bonnefooi’ gekomen zijn. Zou er een plekje over zijn? Uiteindelijk vult de zaal zich (weer) tot de laatste stoel. Enige spanning ook bij Cor en Lida zelf. De zaal zit namelijk vol met veel ‘autochtone Zuidoostbeemsterlingen’. Bekende familienamen als Jonk, Waterhout, Bark. Vanaf de eerste foto, een prentje van de familie Waterhout, is er gelijk goede chemie tussen presentator en publiek. Cor en Lida gunnen de bezoekers de ruimte om zelf ook met hun verhaal te komen. Daarbij verliezen ze de tijd niet uit het oog. Want de kunst is om ‘redelijk op tijd’ toch alle geselecteerde foto’s te laten zien. Ook de onderlinge samenwerking is prima. Lida beheert de techniek en de tijd, Cor de kennis. Waarbij Lida op verzoek de namen noemt.

Er wordt een mooie melange getoond. Werkers op het land, bebouwing, families statig poserend voor hun woning of bedrijf. Oog voor details. Jongens en meisjes die ogenschijnlijk identieke kleren aan hebben. Met hun beste kleren aan. Voor even weemoed naar de tijd, schoonheid en eenvoud van ‘toen’. Mooie verhalen van Cor (liep in het zwembad de Wilgenhoek per ongeluk richting de meisjeskleedhokjes) en publiek (kinderen die het kunstgebit van hun uit het zolderraam kotsende dronken vader uit de dakgoot moesten vissen). Al die verhalen zorgen voor een extra dimensie. De stanklucht van de destructor uit Purmerend, het buitenbad in het Noord-Hollands Kanaal, de bruggetjes in de bocht van de Purmerenderweg die bij elk zwaar ongeval vervangen moesten worden, het korfbal waar menig verkering is begonnen, het celletje in de woning van politie Londo, de ‘Sacherijnebuurt’ waar kinderen niets te zoeken hadden met Sintmaarten, de sleetjes achter de auto, beelden van bijna autoloze straten, de ijscoman, maar liefst drie bankgebouwen, de afwijkende huizennummering van de Wouter Sluislaan. Wat is er veel afgebroken en gedempt. Woningen, sloten, bruggetjes, bomen. Wat moeten al die hoogstamfruitbomen in het voorjaar een kleurenpracht geboden hebben. Oud Beemsterling Jan van Egmond heeft het ongetwijfeld allemaal nog meegemaakt. Wellicht zelfs verteld aan de burgemeester die op de verjaardag van Jan’s negenennegentigste verjaardag per abuis met een taart met honderd kaarsjes op visite kwam. De honderd heeft hij niet gehaald.

Geert

Top